Rating: 0 sterren
0 stemmen

Hoofdstuk 13   Het ideetje van Horntje ©

Door Ans van Grinsven

De vogels hippen achter Horntje aan naar binnen, benieuwd naar dat ideetje van Horntje. Horntje gaat de lange gang door naar zijn huiskamertje. De vogels nieuwsgierig erachteraan. Ze staan verbaast wat ze daar zien. Het is er gezellig ingericht. Overal staan schalen vol beukennootjes en eikels. Weldra zitten ze op alle stoelen en krukjes waar het kamertje mee volgepropt staat. Doodstil wachten ze wat het ideetje van Horntje dan wel is. Horntje vraagt of ze een kopje thee lusten. Gedwee knikken ze allemaal ja. Maar eigenlijk willen ze liever meteen het ideetje horen. Horntje verdwijnt naar de keuken en komt weldra met een blad vol kopjes en de theemand met een volle pot thee en een schaal met koekjes. Als ze daar allemaal zitten  met een kopje thee, steekt Horntje van wal. “Kijk,” zegt hij, “ik wil wel wat van mijn beukennootjes afstaan voor het goede doel, maar dan moeten jullie wat voor mij doen.” “Wat dan? Hoe dan?” Ze kwetterden plotseling allemaal druk door elkaar. Horntje kijkt geheimzinnig. “Zie je, ik had zo gedacht, als jullie voor mij eikels willen verzamelen, zodat al mijn keldertjes vol zijn, dan geef ik jullie van mijn voorraad uit de beukennootjeskelder.”
Doodse stilte opeens. Dan beginnen ze weer opgewonden te kwetteren en zeggen dat ze dit een uitstekend idee vinden!!! Ze drinken gauw hun kopje thee leeg want ze willen meteen vertrekken, maar daar steekt Horntje meteen een stokje voor. “Nee jullie moeten eerst mijn keldertjes bekijken, dan weten jullie hoeveel ik nodig heb,” zegt hij. “zijn er veel keldertjes?” wil Wikkie weten.” “Natuurlijk,” zegt Horntje vermoeid. “Ik moet er een heel jaar mee doen. Behalve wat er hier op de schalen ligt, zijn mijn  keldertjes voor de eikels leeg!”
Ze kijken rond naar de schalen die overal op de gekste plaatsen staan.
“Als de theepot leeg is, zal ik jullie een rondleiding geven door alle kelders.”
Er heerst nu toch wel een gespannen sfeer, want wie weet hoeveel keldertjes die eekhoorn wel heeft. Wanneer zullen ze dan klaar zijn? Ze zijn al wat minder opgewekt. Eindelijk is de theepot leeg en Horntje staat op. “Kom,” zegt hij. De vogels volgen hem door de gang tot ze bij een deurtje komen die hij opendoet. Een trapje gaat naar beneden, tot ze bij een grote ruimte komen. Daar ligt voor hun pootjes en grote berg beukennootjes tot aan het plafonnetje. De vogels verdringen elkaar om goed te kunnen zien.
“Hier geef ik jullie wat van,” zegt Horntje opgewekt. De eekhoorn draait zich om en gaat het trapje weer omhoog.  Onze vriendjes volgen hem gedwee. Boven gekomen is er in het gangetje nog een ander deurtje en daar bevind zich een ook keldertje: het eikenkeldertje en die is helemaal leeg. Ze staren met zijn allen in de holle ruimte. Daarna gaat het hele gezel- schap naar het keukentje waar ook een deurtje is en daar gaan ze een trapje naar boven hoger de boom in. Het is een grote zolder die ook voor de eikels bestemd is. Daarna gaat Horntje naar alle keldertjes die hij heeft. Vol trots naar de verschillende eikenbomen verspreid door het bos. Er zijn vijftien eikenbomen waar hij keldertjes heeft voor de opslag van alle eikels. Alles bij elkaar zijn er zeventien keldertjes. Plus de keldertjes in zijn huisje en een grote zolder.
Krokie Roodborst laat een beetje moedeloos zijn kleine kopje hangen. “En dat voor een zak beukennootjes voor Fleurtje.”
“Nee,” zegt Egbert Ekster, “het is voor de verfdoos voor Wikkie.” Maar Kaatje Specht zegt opeens vol goede moed: “Kom luitjes, we moeten er maar het beste van zien te maken. Aan de slag. We zijn met een heel stel vriendjes, het moet lukken.”
Horntje knikt: “Inderdaad aan de slag.” Hij verdwijnt in zijn huisje om zelf uit te rusten van alles drukte van het bezoek. De voorraad zal onder iedere eikenboom waar een keldertje is worden gelegd. Als ze klaar zijn zullen ze Horntje waarschuwen en willen ze met zijn allen de voorraad naar de keldertjes dragen.
De vogels gaan druk aan het verzamelen. IJverig vliegen ze alle kanten op maar de pimpel en koolmeesjes gaan samen zoeken. Er volgen uren van hard werken, Horntje zal hier weken over gedaan hebben om zijn keldertjes vol te krijgen. Maar zij zijn met zijn allen  ze zijn flink en sterk en ze zijn natuurlijk met zijn allen. In een dag zijn de keldertjes vol. De vogels krijgen een grote mand met beukennootjes mee voor Fleurtje. Verheugd vliegen  onze vogels naar Fleurtje met de grote mand en vertellen haar het verhaal over Horntje Eekhoorn. Fleurtje is heel blij met de heerlijke beukennootjes.
Die middag heeft ze de verfdoos al gekocht. Ze laat hen de prachtige doos met twaalf kleurtjes zien en met twee penseeltjes. Ze zijn heel blij met de mooie verfdoos. Wat zal Wikkie blij zijn. Nu zou zal hij vast gauw beter worden.
Diezelfde avond gaan ze nog bij Wikkie op visite en geven hem de prachtige verfdoos. Wikkie heeft  de hele verdere dag al naar hen uitgekeken. Wat is hij blij met de prachtige verfdoos. Eindelijk de verfdoos die hij zo graag  wilde hebben. Helemaal voor hem alleen. Nieuwsgierig willen ze weten wat hij er mee gaat doen, maar Wikkie zegt dat hij er nog over na moet denken.