Rating: 0 sterren
0 stemmen

Hoofdstuk 11               Het zieke patiëntje ©

Door Ans van Grinsven

De volgende morgen is het egeltje als eerste wakker. Hoe kan het ook anders, ze heeft zo ontzettend veel geslapen. Even weet ze niet waar ze is, maar even later weet ze het weer. Voorzichtig probeert ze overeind te komen. Maar dat valt niet mee. Ze heeft nu weer erge pijn. Ze probeert weer rustig te gaan liggen. Ze ziet links en rechts van haar de anderen in bed liggen. Ze slapen nog en wacht tot zij wakker worden. Erge honger heeft ze nu. En dorst heeft ze ook.
Na een tijdje wordt Klaartje wakker en springt uit bed om naar haar kleine patiënte te kijken. Verheugd ziet ze dat Eegje haar oogjes wijd open heeft. Ze kijken elkaar aan.
“Hoe gaat het met de pijn?” vraagt ze zachtjes, om de anderen niet wakker te maken.
“Heel erg,”fluistert ze.”En ik heb ook zo’n vreselijke honger en dorst.”
“oei,”zegt Klaartje, “Geen wonder, je hebt gisteren de hele dag niets gegeten.” Klaartje geeft haar eerst het pilletje tegen de pijn. En ook al fluisteren ze, toch wordt iedereen opeens wakker. Meteen is het een geroezemoes en ze springen meteen uit bed om te kijken hoe Eegje het maakt. Ze krijgen met een hongerig Egeltje te maken.
“Oooo, wat zielig roepen ze in koor en ze willen met zijn allen naar de keuken rennen om een heerlijk ontbijtje voor haar klaar te maken.
Brombie schiet in de lach. “Jongens, zo krijgt Eegje zes ontbijtjes”
“Ja dat is waar,” grinnikt Floppie. “Zes is wel een beetje veel.”
“Laat Klaartje het maar klaarmaken,”zei Brombie, “dan kan Pluisje de tafel dekken.
“Ja dat is een veel beter plan, maar moeten we ons eerst niet wassen en aankleden?” vraagt Pluisje
“Ja dat is waar,” vind Brombie “we zijn compleet in de war door de ongewone gebeurtenis. Alles is anders en niks is meer gewoon. Maar Klaartje moet wel eerst Eegje een ontbijtje brengen.”
Klaartje gaat in haar nachtponnetje naar de keuken en Pluisje verdwijnt naar de badkamer. De anderen houden  nog even het egeltje gezelschap.  Spoedig komt Klaartje met een heerlijk ontbijtje van volkoren broodjes met kaas en jam en een heerlijk kopje Lindebloesemthee. Heerlijk ontbijt op bed. Dat heeft Eegje nog nooit gehad en ze geniet ervan ondanks dat ze zo gewond is.
Die ochtend stopt  “verpleegster” Klaartje haar in bad. O wat is dat warme water heerlijk over haar deukjes Ze knapt er heerlijk van op.
Die dag wil niemand de deur uit. Zelfs Brombie niet voor zijn dagelijkse wandelingetje. Liever hangen ze de hele dag om Eegje heen en doen van alles om het haar naar de zin te maken. Maar zo nu en dan stuurt verpleegster Klaartje hen de kamer uit. Ze vind dat haar patiëntje rust nodig heeft. Tenslotte is het Eegje een gewond egeltje. Uiteindelijk gaan ze toch even de deur uit. Als je ziek bent wordt je opgefleurd met een mooie bos bloemen.
Floppie vind dat een zieke het beste opknapt met leuke grapjes.
“En met heerlijke fles Frambozensap,”  denkt Lotje.
“En een doos melkchocolaatjes,” dacht Pluisje.
“En misschien een mooi voorleesboek,” vind Brombie. De spaarpotten worden flink aangesproken.
Zo vertrokken ze naar de winkels.
Wat werd Eegje van alle kanten vertroeteld en verwend. Twinkeltje  heeft een potje  blauwe viooltjes gekocht . Brombie had een prachtig boek over egeltjes gekocht met mooie plaatjes vanaf dat ze geboren werden tot ze groot zijn. Eegje had nog nooit een boek over egeltjes gezien en vond het reuze interessant. Pluisje had een heerlijke doos hazelnootcolaatjes gekocht. Door de juffrouw in de snoepjeswinkel was er een prachtig rood fluwelen lint om gedaan met een grote strik.  Lotje een heerlijke fles Frambozensap. Floppie had niets gekocht, maar had bedacht dat hij zijn mooiste boek van Grippie de Grap wel even mocht  hebben. Maar hij hoopte wel dat Eegje het hem terug wilde geven, zei hij erbij.
Toen hij de boze blik van Brombie zag zei hij snel er achteraan “Nou ja, ze mag het wel houden.”
Klaartje zelf had niets kunnen kopen, maar ze was een kanten kraagje voor Eegje aan het haken en dat was ook erg leuk, als je zelf wat gemaakt had.
Eegje wilde meteen iedereen trakteren op frambozensap en chocolaatjes maar niemand wilde dat, omdat het echt alleen voor de zieke was.
Het ongeluk was natuurlijk iets vreselijks wat haar overkomen was, maar toch had ze geen spijt dat ze naar de grote stad vertrokken was. Ze was gelukkig met haar nieuwe vriendjes en alle verwennerijtjes . In Overlee was ze ook maar alleen geweest in dat holletjeshuis vlakbij de kersenboomgaard. Alleen is ook maar alleen. Maar hier was het zo gezellig met al die nieuwe vriendjes om zich heen. Het waren wel geen egeltjes, maar toch…Maar ja die stad was wel erg druk. Veel te druk voor een langzaam egeltje. Maar eerst moest ze maar eens zien dat ze beter werd.

Die avond kwam tante Miep thuis en hoorde  het hele verhaal over het gewonde egeltje. Wat was ze trots op haar knuffels omdat ze in haar afwezigheid zo goed hadden gehandeld. Hoe ze ook precies geweten hadden hoe ze alles moesten aanpakken.
Wat  hadden ze haar  goed  verzorgd. Ze had het zelf niet beter gekund. Eegje vond tante Miep een heel lieve dame en werd de beste maatjes met haar.
Na een paar weekjes werd het egeltje, dank zij de goede zorg van Klaartje, maar ook van tante Miep, (en ook van de anderen natuurlijk) aardig op de knappen. De pijn was aardig minder aan het worden en de deukjes verdwenen Ze  werd weer lekker rond  met stekeltjes die weer mooi overeind stonden zoals dat hoorde voor een egeltje.
Dokter Prikker was voor de derde keer komen kijken en was erg tevreden over het  resultaat. Hij gaf Klaartje een compliment voor haar goede zorgen en zij bloosde van plezier. “Ik hoef niet meer terug te komen,” zei de dokter, “de rest geneest vanzelf. Het heeft even tijd nodig.”
Tante Miep vond het ook gezellig dat Eegje er was.
Toen kwam er een dag dat Eegje helemaal beter was.  Ze was zelfs nog veel ronder geworden dan voor het ongeluk en dat kwam door alle heerlijke hapjes die ze kreeg in Huize Weltevree  en wat ze zich heerlijk had laten welgevallen.  Ze was echt wat dikker geworden. Toen ze voor het eerst uit bed mocht van Klaartje, zette ze haar eerste waggelde pasjes. Het was even een paar daagjes goed oefenen.
En toen…toen kwam de dag dat ze eigenlijk terug moest naar haar huisje in Overlee. Dan zou ze weer alleen zijn. Ze zag er na al die gezelligheid in Huize Weltevree erg tegenop en schrok erg van die gedachte. Ze was gewend geraakt aan al die gezelligheid.
Klaartje zei: “waarom blijf je niet bij ons wonen Eegje, tante Miep vind het vast wel goed.” Daar had ze wel oren naar. Maar schrok toch terug van de drukte in de grote stad. Daar kwam nog bij dat de trap in de flat ook een groot bezwaar was. Ze kon vreselijk moeilijk klimmen.
“Kun je helemaal geen trap lopen?” vroeg Pluisje. Eegje schudde verdrietig haar kopje.
Ze waren met zijn allen een beetje treurig gestemd. Ook zij waren aan het gezelschap van Eegje gesteld geraakt. Lange tijd zei niemand iets. Toen kwam Brombie met de oplossing. Waarom zou Eegje niet in het park willen wonen bij de andere dieren? “Zou je dat willen Eegje?” Dan woon je toch dicht bij ons. Het park is hier dichtbij en je hebt daar gezelligheid bij alle andere dieren. Het is daar ook niet echt druk maar je hebt er wel alle gezelligheid. Wat wilde Eegje dat graag! Straks gaan we naar Eeckie. Dat deden ze die middag. Tante Miep bleef thuis bij Eegje. Ook  Klaartje ging mee.
Eeckie was gelukkig thuis en trommelde alle dieren in het park op  Ze kwamen allemaal naar het grote grasveld en hoorden daar van het egeltje wat bij hen kwam wonen iedereen was blij dat ze een nieuwe bewoner in het park zouden krijgen.

 

Een paar dagen later verhuisde Eegje naar het park. Ze hadden haar in Huize Weltevree in een mand gezet en zo droegen ze haar naar beneden. Pas in het park lieten ze haar uit de mand. Alle dieren stonden haar aan de rand van het park op te wachten met vlaggetjes. Het werd een feestelijke dag.
En Eegje? Ze voelde zich zo blij met al die nieuwe vriendjes die haar zo hartelijk welkom  hadden geheten. Ze hielpen allemaal mee een nieuw huisje te vinden en dat vonden ze al gauw midden in het park onder een laurierstruik. Daar woont onze Eegje en heeft het er zo naar haar zin dat ze nooit meer weg wil. Haar huisje is zo gezellig ingericht dat alle dieren graag bij haar op visite komen. Ook de huisgenootjes in Huize Weltevree komen er vaak.