Rating: 5 sterren
1 stem

Hoofdstuk 3               De kaaswinkel van Meneer Kaasimier                                                                                                      

Door Ans van Grinsven

Op een ochtend ging tante Miep op visite bij een vriendin.
De dieren waren alleen thuis maar dat vonden ze niet erg.
Pluisje had gehoord dat er dichtbij een winkelcentrum was en wilde  een kijkje gaan nemen wat er allemaal te zien was. Tot haar grote vreugde had ze de kaaswinkel van meneer Kaasimier ontdekt. Met grote brokken kaas onder haar armen was ze thuisgekomen. Twinkeltje was een beetje jaloers op haar heerlijke kaas, en Pluisje,die anders heel vrijgevig is, was niet bereid ook maar een kruimel ervan weg te geven.  Pluisje had hem uitgelegd hoe hij zelf de kaaswinkel kon vinden. Even later ging  Twinkeltje ook op weg. Brombie, Klaartje en Lotje waren ook meegegaan want Pluisje had verteld dat er ook een honingwinkeltje was, volgestopt met wel honderd soorten honing. Floppie  bleef thuis want hij walgde van kaas en nog meer van kleverige honing.
Maar even later vonden ze het kleine propperige winkeltje volgestopt met kleurige potten.


                                       "De Honingpot."

stond er met sierlijke krulletters op de winkelruit.
Binnen stond een vriendelijke dikke man met rode appelwangen en een brilletje op het puntje van zijn mopsneus waar hij voortdurend overheen keek. Ook stond er een juffrouw nog veel dikker, met een hagelwit schort met kanten roesjes. Ze was in een opperbeste stemming. Het was een wonder dat ze zich beiden in de overvolle winkel konden bewegen. Honing op de toonbank, op rekken, op en in  dozen, kisten, in ieder hoekje of gaatje stond wel een of andere honingsoort. De beren keken hun ogen uit en het was moeilijk kiezen. Tenslotte koos Klaartje een pot Klaverhoning. Brombie voelde wel voor de Dennenhoning en Lotje wilde dolgraag de Lindehoning vanwege het prachtige etiketje op de pot. Zo hadden ze samen verschillende smaken die ze van elkaar konden proeven en dat was heel slim bekeken. Nadat ze betaald hadden, gingen ze naar de kaaswinkel waar Twinkeltje naar binnen was gegaan.
Meneer Kaasimier stond uitgebreid met een kaasschaaf reepjes kaas te snijden. Twinkeltje zat op een krukje en smulde van de plakjes die hem aangereikt werden. Meneer Kaasimier had wel begrepen dat muizen goede klanten van hem zouden worden en nam uitgebreid de tijd voor de proeverij. Hij kreeg zoveel voorgeschoteld, dat Brombie bang  was dat Twinkeltje straks naar huis gedragen moest worden. Toen de allerlaatste soort aan de beurt kwam, wist hij niet eens meer welke hij allemaal geproefd had en zei dat ze allemaal overheerlijk waren en besloot de laatste dan maar te nemen. De lange magere meneer Kaasimier keek tevreden naar zijn nieuwe klant. "U hebt een uitstekende smaak merk ik wel," zei hij. Zo ging ook Twinkeltje met kaas naar huis. Hij kon amper nog op zijn pootjes lopen, zo vol zat hij. Moeizaam sjokte hij met zijn armen vol kaas. Zo kwam het viertal tevreden thuis en sloegen aan het snoepen, behalve Twinkeltje die misselijk in een stoel neerplofte. Floppie keek met walging naar de smulpartij.
"Er is ook een groentewinkel naast de kaasmeneer," zei Lotje "er staan een heleboel kisten tegen de gevel en een zit vol met wortelen."
"Waarom zou ik die kopen?" vroeg Floppie, "tante Miep heeft ze in huis voor me." Daar kon ze niets tegenin brengen. Tante Miep had ook kaas en honing in huis, maar ze wist niet dat de ene kaas de andere niet was voor muisjes en honing daar zat ook veel verschil in. Wortelen waren allemaal hetzelfde.
Toen tante Miep thuiskwam keek ze een beetje sip dat de kaas en de honing niet helemaal naar hun zin waren, maar Lotje zei dat alles heerlijk was maar dat ze gewoon ook wat anders wilden proeven. Dat kon ze wel begrijpen, want mensen willen ook niet iedere dag het zelfde eten. Twinkeltje zat kogelrond in de stoel en wilde de hele dag geen eten meer…

De volgende ochtend regende het pijpensteeltjes. De knuffels die nog nooit in de regen hadden gewandeld wilden met alle geweld naar buiten want het leek hen een belevenis. Tante Miep had het niet erg verstandig gevonden, maar Floppie was niet te houden en in stevige regenjassen en ieder een parapluutje gingen de anderen ook mee. Nou, leuk werd het niet. Brombie vond het zonnetje veel gezelliger, maar Floppie liep druk in plassen water te spatten en kon er niet genoeg van krijgen. De wind blies opeens hard onder de paraplu van Lotje; ze kon hem niet houden en daar ging hij de lucht in. Brombie rende erachter aan, maar het pluutje ging sneller dan Brombie. Opeens was hij nergens meer te bekennen en Brombie gaf het op. Lotje werd kliedernat op haar hoofdje. De krulletjes waren verdwenen en haar vachtje hing in kleine slierten om haar hoofd. Brombie vond het welletjes en wilde naar huis en Lotje vond er ook niets meer aan.
Toen ze weer thuis kwamen werden ze door tante Miep hoofdschuddend met warme thee opgewacht. Lotje begon te snuffen en te niezen en een uurtje later begon haar keel zeer te doen. Die avond ging ze vroeg onder de wol en de volgende ochtend was ze snipverkouden en een beetje koortsig. Tante Miep mopperde omdat ze haar waarschuwing in de wind hadden geslagen. Ze waren het regenweer nog niet gewend. Dokter Prikker werd gebeld of hij wilde komen en hij schreef een drankje voor en Lotje moest in bed blijven tot de koorts over was. Ze was zo schor als een kikkertje. Maar toen Lotje die middag sliep, ontdekte Floppie dat zoete drankjes voor de keel overheerlijk waren en voor hij het zelf in de gaten had, was de hele fles leeg. Toen het ontdekt werd, was Brombie zo verschrikkelijk boos. De dokter moest worden gebeld voor een nieuw receptje. Maar Floppie kreeg een paar uren later rode pukkels over zijn hele lijf en iedereen lachte hem uit.
"Hehet  iss je eigen schuld," zei Pluisje. De bulten werden alsmaar groter en jeukten verschrikkelijk. Toen moest dokter Prikker opnieuw komen om die bulten te bekijken en hij kreeg een pot met zalf en een behoorlijk standje. Daar was hij nogal van onder de indruk. De dokter hè? om daar van op je kop te krijgen.
Inmiddels schijnt het zonnetje weer, maar Floppie durft niet naar buiten omdat hij onder de witte zalf zit want het ziet er heel gek uit. Ik denk dat hij nooit meer van drankjes snoept die niet voor hem bestemd zijn.
Klaartje breit heel wat uurtjes aan een warme rode sjaal voor Lotje. De volgende dag is deze klaar en krijgt ze die om haar schorre keel. Ze brengen lekkere hapjes om haar te verwennen en ze heeft een heerlijke doos chocolaatjes gekregen.
Floppie heeft een mooie tekening voor haar gemaakt, want hij had toch wel een beetje spijt dat hij haar drankje opgesnoept had. Lotje vond de tekening prachtig maar hij zat wel hier en daar onder de zalf. Na een paar dagen is de koorts weg en mag ze weer opstaan en na nog weer een paar daagjes is de nare hoest ook over.