Rating: 0 sterren
0 stemmen

Hoofdstuk 14                                Floppie's pechdag ©

Door Ans van Grinsven

Op een middag liep Floppie zich vreselijk te vervelen. Overal mopperde  hij op en liep iedereen voor de voeten.
Brombie stuurde hem weg om boodschappen te kopen. Maar even later kwam hij terug omdat hij het boodschappenbriefje verloren was. Brombie zuchtte en zei dat hij zelf wel boodschappen ging doen. Daar ging Brombie; boos sloeg hij de voordeur met een klap achter zich dicht. Floppie zat intussen te bedenken wat hij  kon gaan doen en plotseling schoot het hem te binnen dat hij nog een bootje in zijn nachtkastje had liggen. Hij had best zin om in de badkamer het bad te laten vollopen en het bootje te laten varen. Hij haalde het bootje tevoorschijn en verdween ermee in de badkamer. Opgewekt zette hij de kraan open en het water steeg al hoger en hoger. Floppie verbeelde het dat het een hoge zee was en liet het bootje heen en weer dobberen. Maar toen stak Twinkeltje zijn hoofd om de deur en vertelt dat er een brief voor hem was gekomen. “Hij ligt op tafel,”
Woeps, weg was Floppie. Hij was dol op post en was benieuwd van wie die brief kwam. Maar…hij vergat dat de kraan nog open stond…
De brief was van zijn neef Flippie Langoor en spoedig was hij zo verdiept in wat zijn neef te schrijven had. Flippie had altijd zoveel belevenissen in de tuin bij boer Teunissen waar hij vlak bij woonde in Krommenie. De boer zat hem altijd achterna als hij aan de blaadjes sla knabbelde, maar hij was de boer altijd te slim af en had dan dolle pret. Dit keer schreef Flippie dat de boer ziek was en zoveel sla en wortelen van het land kon eten als hij wilde en toen niemand hem meer achterna zat was  het plezier er vanaf. Hij hoopte maar dat de boer spoedig beter was schreef hij.
Maar opeens klonk er een vreselijke gil. Floppie schrok op. Klaartje die zojuist haar snuitje in de badkamer wilde wassen, gleed uit over de watermassa die over het bad stroomde. Iedereen kwam op het gegil af, behalve Floppie die nog steeds verdiept was in zijn brief dat hij niets hoorde of zag.
Klaartje lag  kreunend  in de kletsnatte boel. Twinkeltje draaide  gauw de kraan dicht. Iedereen  gilde door elkaar. Wie had de kraan open laten staan?
“Floppie zei Twinkeltje, “hij was zo-even in de badkamer met zijn bootje aan het spelen.
Klaartje kreunde van de pijn. “Zou je kunnen lopen?” vroeg Pluisje bezorgd  Voorzichtig hielpen ze haar overeind en brachten haar naar bed. Intussen had Floppie zijn brief uit en hoorde tumult op de gang, nieuwsgierig ging hij kijken wat er aan de hand was. Tot zijn grote schrik zag hij water in de gang stromen. En zijn bootje dreef er in twee stukken midden in. “De kraan!”dacht hij met schrik. Twinkeltje en Pluisje keken hem boos aan. Floppie keek vreselijk beteuterd. Oei, straks kwam Brombie thuis en dan zwaaide er wat.  Hij vloog weg om emmer en dweil op te halen. Gauw al dat water opdweilen. Maar even later kwam Brombie al thuis en zag wat er gebeurd was. Niemand had hem ooit zo boos gezien.  Hij nam Floppie flink onder handen.
“Maar ik heb het niet expres gedaan," verweerde Floppie zich.
“Ja, DAT moet er nog bijkomen," zei Brombie. “Je krijgt hiervoor flink straf!”
“Wat dan?”vroeg Floppie.
“Je gaat al het werk van Klaartje doen,”zei Brombie.
Oei dat was een vreselijke straf, want Floppie hield niet van huishoudelijke
karweitjes.
“ALLES?”vroeg hij verschrikt.
“ALLES!” zei Brombie kortaf.
Ook jurkjes naaien en kanten kleedjes haken?”vroeg Floppie ongelovig.
“Nee, DAT niet sufferd.”zei Brombie boos. “Afwassen stoffen en dat soort dingen.”
“En thee zetten vanmiddag,”zei Pluisje, "het was Klaartjes beurt."
“En de ramen zemen in de keuken,” voegde Lotje eraan toe.
“Oei,” zei Floppie, "wat een vreselijke straf .” Maar verzetten had geen enkele zin begreep hij wel.
Brombie ging dokter Prikker bellen. Gelukkig duurde het niet lang of hij stond aan Klaartjes bed en vertelde dat Klaartje een paar ribben had gekneusd, ze mocht heerlijk in bed blijven. Het zou een aardig tijdje duren voordat dit over was.
Floppie was intussen al uren aan het dweilen en toen hij eindelijk uitgedweild was vond hij dat zijn ribben ook gekneusd waren en naar bed wilde. Maar daar kwam niets van in zei Brombie.
De afwas stond nog op het aanrecht. Met een zucht ging Floppie weer aan het werk. Het afwas kletterde al gauw alle kanten op en ja hoor daar ging al het eerste kopje van tante Miep haar beste servies op de grond aan stukken. Iedereen kwam aanhollen en bemoeide zich ermee, maar niemand was bereid hem te helpen.
Brombie zei dat hij van zijn zakgeld een nieuw kopje moest kopen. Ze vertrokken uit de keuken. Floppie bleef in wanhoop achter. Hij worstelde om alles klaar te krijgen en niets meer te breken. Hij dacht met schrik aan zijn zakgeld waar hij lekkere dingen voor had willen kopen. Intussen zaten de anderen gezellig rond het bed van Klaartje en probeerden haar op te vrolijken. Ze lazen haar verhaaltjes voor en beloofde dat ze haar heerlijk zouden verwennen.  En dat leek Klaartje erg gezellig zodat ze het niet zo heel erg meer vond om in bed te moeten blijven.
Floppie was nog in de keuken bezig en borg de afwas op. Hè hè eindelijk was dat klaar maar toen kwam het stoffen aan de beurt. Hij was nog maar net bezig of hij stootte een vaas met bloemen om. Klabats daar viel tante Mieps mooiste vaas in wel duizend stukken. De boel kletsnat,  dus dat werd weer dweilen. Brombie die op het lawaai af kwam keek boos en Floppie zei bibberend van schrik dat hij de vaas zou lijmen. “Dat kan niet,” viel Brombie uit, “je koopt van je zakgeld een nieuwe.”
“Kun je voor een kwartje een nieuwe kopen?” vroeg Floppie bedremmeld.
“Nee, ik ben bang van niet, maar je hebt genoeg in je spaarvarken.”
“O nee,” protesteerde Floppie “ik ben aan het sparen voor een konijnenboek.”“Niets mee te maken,” vond Brombie.
“Maar Tante Miep heeft toch geld genoeg voor een nieuwe.”
“JIJ hebt de vaas gebroken en JIJ koopt een nieuwe en daarmee basta!”
Boos ging Brombie de kamer uit. Floppie ruimde de scherven op  en dweilde de natte vloer. Lotje ging een andere vaas zoeken voor de bloemen. Eindelijk stonden de bloemen in een andere vaas en probeerde de kamer verder te stoffen. Nou ja stoffen….hij ging er heel snel doorheen en was en was in twee minuten klaar. Lotje keek er met afgrijzen naar. Ze zuchtte hij kon er werkelijk niet veel van.
Toen was het theezetten aan de beurt. Want als tante Miep er niet was, deed Klaartje dat altijd.
“Theezetten?”   zei Floppie met afgrijzen? "THEEZETTEN?" Ook dat nog!  “Kunnen we het niet een keertje zonder,” vroeg hij hoopvol. “Geen denken aan,” zei Lotje, “we drinken iedere middag thee”  “ Jongetjes zetten nooit thee.” Geen gezeur, jij zet thee want je moet de taakjes van Klaartje doen. Dat hoort bij je straf.” Mopperend ging Floppie water in de waterketel doen. Toen pakte hij de theepot, want hij wist dat je daar de thee indeed en als  het water kookte daarop goot. Maar…hoeveel thee ging er eigenlijk in de theepot. Hij dacht diep na. Misschien het hele theebusje met thee. Dus toen het water kookte  gooide hij de hele inhoud van het busje in de theepot.  Ziezo dat was klaar. Floppie die dol was op koekjes dacht maar aan een ding dat de koektrommel op tafel moest.  “Even denken,” zei Floppie tegen
 zichzelf “wat moet er nog meer bij? O ja de theekopjes en de lepeltjes en het theezeefje geloof ik anders krijg we alle blaadjes in het kopje. Toen alles klaar was, was hij blij dat hij niets vergeten was.  Zo zo dat had hij toch maar even keurig gedaan. Toen liep hij naar de gang en SCHREEUWDE   zo hard hij kon  "THEE!" Ze kwamen uit hun slaapkamer hollen waar ze Klaartje al die tijd gezelschap hadden gehouden. Brombie kondigde aan dat ze met hun kopje thee aan het bed van Klaartje zouden gaan zitten. Lotje ging naar de keuken om de kopjes in te schenken en met een theeblad  naar Klaartje te gaan. Floppie bleef in de keuken want hij durfde Klaartje niet onder ogen te komen.  Maar wat was dat? De thee was zo zwart als roet. Ze  keek er met afschuw naar.  “Wat heb je nu weer gedaan Floppie? De thee is zwart als roet." Floppie  keek  vreselijk beteuterd. Het zag er wel een beetje anders dan anders uit. “Ik heb  hele theebusje in de pot gegoten.” Het  hele theebusje?”  Brombie  verbijsterd. Hij kreunde. Floppie kon ook werkelijk niets. Je moet maar één schepje ervan in de theepot doen,” zei Lotje zuchtend. Ik zal wel nieuwe pot thee zetten. Toen ze Lotje nieuwe thee had gezet zag het er veel beter uit. Daarna werd een gezellig thee-uurtje rondom het bed van Klaartje.  Alleen  voor Floppie niet. Hij zat alleen met zijn kopje in de keuken. Wat was hij moe van al dat werken. Het leek wel of de dag niet omkwam. Langzaam liet hij hoofd op zijn armen zakken en viel in een diepe slaap. Zo vonden de anderen hem een uurtje later. En maakten hem wakker. 
Gelukkig dat het de beurt van Lotje en Pluisje was om voor het avondeten te zorgen. Floppie slaakte een diepe zucht en maakte dat  hij wegkwam. Hij kwam pas tevoorschijn toen het eten op de gedekte tafel stond. Die avond wachtte hij net zolang tot Klaartje sliep en durfde toen pas naar bed te gaan.  Eindelijk was de dag voorbij. Maar morgen was er weer een dag en Floppie zag er vreselijk tegenop.